Parkstraat 2, Parklaanflat
het eerste hoge woongebouw in Rotterdam.
Architect: Willem van Tijen. Rijksmonument
1931-1933
Van Tijen kocht in 1931 een perceel grond op de hoek van de Parklaan en Parkstraat. Hij wilde hier voor eigen rekening een hoog appartementengebouw realiseren en zo ervaring opdoen met nieuwe constructietechnieken, woning ontsluiting principes (privé-ingangen, gedeeld portiek en galerijen) en collectieve ruimtes. Het was dan ook zijn eerste hoge woongebouw.
In december 1931 maakte Van Tijen de eerste schetsen in samenwerking met J.H. van den Broek, een andere pionier van de hoogbouw. In dezelfde periode tekende Van Tijen een plan voor een hoogbouw op de hoek van Parklaan en Westerlaan. Dit gebouw werd echter niet gerealiseerd.
Van Tijen ontwierp de Parklaanflat in de stijl van het ‘Nieuwe Bouwen’, een stroming die rond 1915 een radicale omwenteling in de architectuur teweegbracht. Functionaliteit stond voortaan centraal, waarbij de architectuur werd bepaald door het materiaal in plaats van omgekeerd. Er werd gebruikgemaakt van moderne materialen en constructietechnieken, zoals betonskeletbouw. De Parklaanflat is gebouwd met een staalskelet; hierdoor waren de indelingsmogelijkheden vrij en was de plattegrond flexibel. De vloeren waren nog traditioneel van hout. De gevels zijn een vroeg voorbeeld van een vliesgevel. Er zijn stalen kozijnen toegepast. De dichte panelen zijn van draadglas dat grijsgroen geverfd is.
Het gebouw heeft zes verdiepingen met een woning van 150 vierkante meter. Op de zevende verdieping had Van Tijen oorspronkelijk allerlei collectieve ruimtes en een dakterras willen onderbrengen. Uiteindelijk is er een aparte modelwoning gebouwd en besloot hij er zelf met zijn gezin te gaan wonen. Het was een compacte, flexibele woning voor het bestaansminimum, ter grootte van het keuken- en slaapgedeelte van de andere woningen. Door het gebruik van schuifwanden en opklapbedden was het mogelijk de woonkamer 's avonds te veranderen in een slaapkamer. Dit principe van de gecombineerde dag- en nachtplattegrond was een stokpaardje van de architecten van het Nieuwe Bouwen. Op de begane grond is de entree en een garage.
De woningen hebben een woonruimte aan de Parklaan, voorzien van een erker. Verder een eetkamer, gekoppeld aan de keuken, drie slaapkamers en een badkamer. De hal bevindt zich tegen de gesloten oostgevel en bevat kastruimte en een toilet. Door toepassing van glazen schuifdeuren en grote ramen is een licht interieur ontstaan. De woningen hebben twee langwerpige balkons aan de westgevel als buitenruimte.
De in totaal acht woningen waren bedoeld voor welgestelde, kinderloze echtparen. Hoogbouw voor minder draagkrachtigen werd nog als onhaalbaar beschouwd. Van Tijen zei ook later nog dat hoogbouw niet geschikt was voor gezinnen met kinderen.
Van Tijen vond gezamenlijkheid onder bewoners zeer belangrijk; in de Parklaanflat komt dit tot uiting in de gemeenschappelijke was- en droogkelder, twee apart te huren slaapkamers voor logés op de begane grond, een fietsen berging en een gemeenschappelijk dakterras.
Later verhuisde Van Tijen naar de door hem met Maaskant gebouwde flat aan de Kralingse Plaslaan; hier had hij meer ruimte.
Van Tijen ontwierp graag sociale woningbouw, waarbij ‘verheffing van de arbeider’ voorop stond. Hij wilde de arbeiders uit hun ongezonde alkoofwoningen halen en een veel beter leven geven in zijn flats met licht, lucht en ruimte. Maar veel van z’n scheppingen waren te duur en kwamen niet bij de minder draagkrachtigen terecht. Er bestond geen overheid die sociaal investeerde. Van Tijen was daardoor geheel afhankelijk van de rijke investeerders achter zijn N.V. Volkswoningbouw. Hij gebruikte het grootkapitaal om de sociale kwestie op te lossen. Maar al gauw bleken zijn idealen onbetaalbaar voor de gewone man.
Na de Parklaanflat ontwierp Van Tijen in samenwerking met Brinkman & Van der Vlugt in opdracht van Volkswoningbouw Rotterdam de Bergpolderflat, een galerijflat in de stijl van het Nieuwe Bouwen.
In 1987 werd de Parklaanflat op de rijksmonumentenlijst geplaatst. In samenwerking met de eigenaar-bewoners werd in 1992 de restauratie gestart onder leiding van restauratiearchitect A. van der Zwan. Bij deze restauratie zijn de oorspronkelijke staalconstructie en kozijnen gehandhaafd, schoongemaakt, ontdaan van roest en verzinkt. Er is opnieuw enkelglas toegepast. De borstweringen van draadglas zijn compleet vernieuwd, waarbij de oorspronkelijke groengrijze kleur zo veel mogelijk is benaderd. De gesloten zuid- en oostgevel van verblendsteen moesten geheel worden vervangen. In 1995 was de Parklaanflat weer als nieuw. Er werd een herinneringsplaquette in het entreeportaal aangebracht.

Bergpolderflat
Bronnen:
https://nieuws.top010.nl/bergpolderflat.htm
https://nieuws.top010.nl/parklaanflat.htm
https://www.trouw.nl/cultuur-media/domweg-gelukkig-in-de-flats-van-woningbouwpionier-willem-van-tijen~b5202bd1/?referrer=https%3A%2F%2Fwww.google.com%2F#:~:text=Willem%20van%20Tijen%20(1894%2D1974,materiaal%20in%20plaats%20van%20omgekeerd
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_van_Tijen
Lia Lugthart, april 2024